Familie

Visie

We zien de cliënt in relatie tot en in verbinding met zijn omgeving. Om deze reden willen we de naaste omgeving betrekken in de begeleiding, en willen we oog hebben voor zowel de krachten als de noden van familieleden, naasten en betrokkenen.

Hoe verloopt de samenwerking?

We streven ernaar de familie en naastbetrokkenen van de cliënt een belangrijke plaats in de begeleiding te geven. We willen hen steeds op een respectvolle manier bejegenen, en luisteren naar hoe zij de situatie ervaren, wat hun bezorgdheden zijn en hoe zij de toekomst zien. In overleg met de cliënt bekijken we hoe hun betrokkenheid vorm kan krijgen, evenwel steeds rekening houdend met de draagkracht en de grenzen van de familie en naastbetrokkenen. Gedurende de hele begeleiding van de cliënt willen we voor hen een aanspreekpunt blijven.

Bijkomend willen we de familie betrekken bij de begeleiding: Wij nodigen de cliënt uit om (een) naastbetrokkene(n) aan te duiden die voor hem/haar belangrijk is/zijn, en die we binnen 3 maanden na de opstart van de begeleiding willen ontmoeten voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt, in overleg met de cliënt en deze perso(o)n(en), afgesproken hoe de verdere samenwerking zal verlopen. We leggen vast of en op welke termijn er opnieuw een gezamenlijk gesprek plaatsvindt. Wij interpreteren deze naastbetrokkenen op een brede manier: dit kunnen familieleden, vrienden, buren, enz… zijn.

We zullen met de cliënt bekijken of deze perso(o)n(en) ook betrokken kan/kunnen worden in het opstellen van een signaleringsplan/crisisplan van de cliënt, en hoe zij hierin een plaats kunnen krijgen.

Hoe ondersteunen wij familie en naastbetrokkenen?

Wij trachten om naastbetrokkenen te ondersteunen op verschillende manieren. Naast het aanbieden van een luisterend oor, reiken wij hen ook het aanbod aan van andere diensten die voor hen helpend kunnen zijn, zoals de lotgenotenorganisaties Similes. Indien nodig bekijken we de mogelijkheid om ondersteunende thuiszorgdiensten in te schakelen, om op die manier de praktische zorg voor de naastbetrokkenen wat te verlichten. Verder organiseren wij op regelmatige basis bijeenkomsten voor familieleden en andere naasten: jaarlijks organiseren wij zowel een informele samenkomst (vb een kerstfeest) als een bijeenkomst rond een inhoudelijk thema. Op die manier hopen wij familieleden en naastbetrokkenen zowel te informeren als samen te brengen.

Wij hebben steeds speciale aandacht voor kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP). In alle gevallen zullen wij een preventief gesprek voeren met de ouders om hen te informeren hoe zij de kinderen zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Ook in de verdere begeleiding blijven wij oog hebben voor de zorgen en noden van de kinderen en voor de manier waarop zij de situatie ervaren. Hiervoor volgen wij het recent ontwikkelde model van de Kindreflex.

Wat met informatie?

Hulpverleners zijn gebonden aan het beroepsgeheim, zowel omwille van de bescherming van de privacy en de autonomie van de cliënt als omwille van de vertrouwensrelatie tussen hulpverlener en cliënt. Dit betekent dat hulpverleners geen informatie kunnen doorgeven aan familieleden en andere betrokkenen als de cliënt hiervoor geen toestemming geeft.

Dit betekent echter niet dat naastbetrokkenen met hun vragen niet bij ons terechtkunnen. Hoewel wij geen vertrouwelijke en persoonsgebonden informatie kunnen delen zonder toestemming van de cliënt, hebben familieleden en naasten recht op minimale info. Hieronder valt de zogeheten niet-persoonsgebonden informatie, waaronder vragen rond de werking van het team, het hulpverleningsaanbod, algemene informatie rond ziektebeelden, enz. Voor vragen over deze onderwerpen kunnen familieleden en naasten steeds bij de begeleiding terecht.

De hulpverleners zullen de cliënt steeds aanmoedigen om zelf zijn/haar informatie te delen met zijn naasten.

Vanuit de wet op de patiëntenrechten heeft elke cliënt het recht om een vertrouwenspersoon aan te duiden. Een vertrouwenspersoon heeft een apart statuut waarin rechten verleend worden zoals het opvragen van informatie over de cliënt, het inkijken van het cliëntendossier en het neerleggen van klachten. Meer informatie over het aanstellen van een vertrouwenspersoon kan opgevraagd worden bij de betrokken hulpverlener.